100th celebration anniversary

Marinekadetten: een levenservaring

Zowat overal te lande komen jongeren aan de waterkant samen met een welbepaald doel. Padvinders misschien? Hun uniform is niet hetzelfde. Matrozen? Ze zijn allen tussen de acht en achttien jaar oud. Nee, de jongeren die druk in de weer zijn in Antwerpen, Brussel, Geel, Ittre, Leopoldsburg, Leuven, Marchienne-au-Pont, Namen en Oostende zijn lid van het Koninklijk Marine Kadettenkorps. Met meer dan tweehonderdvijftig vormen ze een Korps dat dit jaar zijn honderdjarige bestaan viert en nog altijd weg naar de Marine vormt.

Laten we even teruggaan naar het begin van de geschiedenis, toen het Koninklijk Marine Kadettenkorps nog niet bestond. De Eerste Wereldoorlog is net afgelopen en België heeft geen zeemacht meer. Aan het einde van de oorlog kende het Verdrag van Versailles België compensaties toe, waaronder een hele vloot Duitse oorlogsschepen bestaande uit zeventien torpedoboten, een twintigtal zeevedetten en twee riviervedetten. De geschiedenis wil dat twee torpedoboten en twaalf vedetten onmiddellijk uit de vaart werden genomen omwille van hun erbarmelijke staat.

België beschikte dus over een vloot, maar niet over een adequate structuur om al dit materieel in te zetten. Het Bemanningsdepot, opgericht in mei 1917, diende als basis voor de oprichting van het Korps van Torpedisten en Zeelieden in 1919 in Brugge.

Om een kwaliteitsvolle opleiding te bieden aan de jongeren die zouden dienen in de koopvaardij en het nieuwe korps, werd in 1922 de School voor Kadetten van de Belgische Maritieme Liga opgericht in Brussel. Deze school was bedoeld om jongeren die een loopbaan bij de marine of de koopvaardij ambieerden, zowel een morele opvoeding als een technische en fysieke opleiding te bieden. Tijdens de schoolvakanties scheepten de Kadetten in aan boord van de eenheden van het Korps van Torpedisten en Zeelieden.

Een onzekere toekomst

Net als in het Verenigd-Koninkrijk wilde de Kadettenschool een rekruteringscentrum worden. Er werden afdelingen opgericht in Antwerpen, Luik, Nijvel en Oostende. Tijdens de vakanties volgden ze les bij de Staatsmarine.

Toen het parlement in 1927 besliste om het Korps van Torpedisten en Zeelieden te ontbinden omwille van de financiële toestand van het land, besliste de Kadettenschool om haar activiteiten voort te zetten. Daartoe kon ze rekenen op de steun van de zeevaartscholen van Oostende en Antwerpen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zetten alleen de afdelingen van Brussel en Luik hun activiteiten voort. De afdelingen van Antwerpen en Oostende verdwenen. Ze verdwenen in feite niet helemaal, want een deel van de Kadetten ging naar het Verenigd Koninkrijk om de Belgische afdeling van de Royal Navy te versterken, de voorloper van de huidige Belgische Marinecomponent. Hetzelfde gold voor het achterland. Velen onder hen vervoegden het verzet.

Een lange terugkeer naar het normale

Na de oorlog kende het Kadettenkorps een moeilijke periode: alle varende eenheden waarover het Korps beschikte, waren vernield en de afdelingen van Oostende en Antwerpen werden niet heropgericht. De enige bemoedigende signalen waren de oprichting van een nieuwe afdeling in Nijvel – al was het maar voor enkele jaren – en de mogelijkheid die de Kadetten hadden om tijdens de schoolvakanties te varen aan boord van de eenheden van de kersvers opgerichte Zeemacht. Een gunst waarvan de Kadetten gedurende een twintigtal jaar konden genieten.

De jaren zestig worden gekenmerkt door een heropleving van het Marine Kadettenkorps. Het Korps verwerft nieuwe varende eenheden, waaronder twee vedetten van de voormalige Congolese vloot. Een eerste conventie tussen de Marine en het Kadettenkorps werd ondertekend in 1969. Eind jaren 60 waren alleen nog de afdelingen van Luik en Brussel actief. Antwerpen was de eerste Vlaamse afdeling die opnieuw het leven zag.

In de jaren zeventig verspreidden de afdelingen zich over het hele Belgische grondgebied: de afdeling van Oostende werd heropgericht en van Mechelen tot Eupen, via La Louvière, Hasselt, Visé en Leuven zagen nieuwe afdelingen het levenslicht. In diezelfde periode, in 1975, opende het Marine Kadettenkorps zijn deuren voor meisjes.

Ten slotte, in 1982, ter gelegenheid van zijn zestigjarig bestaan, kreeg het Marine Kadettenkorps de eer om de titel ‘koninklijk’ te dragen. Een titel die het Korps nog steeds met fierheid draagt.

Sindsdien hebben sommige afdelingen zich elders gevestigd, werden schepen vervangen en zijn andere verdwenen. Ondanks het honderdjarige bestaan van het Korps, is deze jeugdbeweging nog lang niet verouderd. Het streeft er nog steeds naar om jongeren in te wijden in het leven aan boord, en om hun de waarden die het Korps na aan het hart liggen bij te brengen: discipline, plichtsbesef, eergevoel, respect en loyaliteit. De Kadetten  zijn trots om de maritieme tradities vol toewijding in ere te houden.

Het Korps vierde zijn eeuwfeest tijdens het festival Oostende voor Anker dat plaatsvond van 19 tot 22 mei 2022.

Auteur: Lars Cléchot
Foto’s: The Belgian Navy, Jorn Urbain, KMK_CRCM

Voor meer informatie over de Marinekadetten: Klik hier

Meer reportages over de Marinekadetten: Klik hier